Elektronica motor achter verkrachtingen in Congo

De massaconsumptie van mobieltjes, laptops en andere elektronica is de motor van seksueel geweld in Congo. Dat zegt de Amerikaanse organisatie Enough.

Conflictmineralen zijn een directe oorzaak van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo. De handel in mineralen levert de rebellengroepen inkomsten op, waarmee ze wapens kunnen kopen.

“Gewapende groepen ontvangen naar schatting 144 miljoen dollar (109 miljoen euro)”, schrijft de organisatie, “door de verkoop van vier belangrijke mineralen: cassiteriet, coltan, wolframiet en gouderts.”

Het erts wordt verkocht aan Aziatische fabrieken om uiteindelijk als metaal in de accu’s en printplaten te verdwijnen van mobiele telefoons, mp3-spelers en computers.

Cassiteriet wordt verwerkt tot tin, dat vooral als soldeermateriaal op printplaten wordt gebruikt. Coltan wordt verwerkt tot tantalum, dat nodig is voor condensatoren voor iPods, digitale camera’s en mobiele telefoons. Wolframiet wordt verwerkt tot tungsten, dat ervoor zorgt dat mobiele telefoons kunnen trillen. Goud wordt gebruikt voor juwelen, maar ook als component in elektronica.

MakeITfair

Enough is niet de enige organisatie die het probleem aan de kaak stelt. In Europa is de internationale coalitie makeITfair actief om aandacht te vragen voor de connectie tussen elektronica en onrecht wereldwijd. Ze roepen elektronicabedrijven op om hun keten te verduurzamen, en in elk geval te onderzoeken. De meeste elektronicabedrijven weten vaak niet eens waar hun grondstoffen vandaan komen. Volgens makeITfair zijn HP en SonyEricsson ernstig bezig met verbeteringen, maar zijn er ook bedrijven die geen antwoord geven, zoals TomTom en Microsoft.

Verkrachtingen

Congolese milities strijden al een decennium om zeggenschap in de mijngebieden. Verkrachtingen zijn daarbij een bewust militair middel. Volgens Enough worden er maandelijks 1100 verkrachtingen gemeld – het hoogste aantal ter wereld. “Vrouwen uit verdreven gemeenschappen zijn soms zo getraumatiseerd, dat ze nooit meer naar huis willen terugkeren”, zegt John Prendergast, mede-oprichter van Enough. “Verkrachting vernielt gezinnen en verziekt de hele samenleving.”

Voor het meeste geweld zijn volgens het rapport drie groepen verantwoordelijk: het Nationale Congres voor de Verdediging van het Volk (CNDP), de Democratische Bevrijdingstroepen van Rwanda (FDLR) en deserterende eenheden van het Congolese leger. Zij controleren het grootste deel van de grondstoffenhandel en verkrijgen hun inkomsten door steekpenningen of belastingen te vragen aan handelaren, transporteurs en grenswachten.

Bron: MO.be, 2 april 2009