Klimaatleiderschap betekent echte uitstoot verminderen
Mythe: “Bedrijven die hun uitstoot compenseren gaan sneller van fossiel af en zijn klimaatleiders”
SOMO’s serie ‘De ontmaskering van CO2-compensaties‘ ontmaskert acht mythes die door de compensatie-industrie worden gepromoot.
Voorstanders van de CO2-markt beweren:
De industrie beweert dat bedrijven die CO2-kredieten gebruiken beter presteren op klimaatgebied en sneller overschakelen op hernieuwbare energie dan bedrijven die dat niet doen. Deze bedrijven worden vaak afgeschilderd als ‘klimaatleiders’. Voorstanders wijzen op rapporten die deze beweringen ondersteunen en die volgens hen onafhankelijke analyses zijn.
Reality check:
In het licht van de groeiende kritiek op CO2-compensaties hebben voorstanders rapporten opgesteld waarin wordt beweerd dat bedrijven die CO2-compensaties gebruiken het ‘beter’ doen dan anderen op het gebied van klimaatgerelateerde inspanningen, zoals emissiereducties. Deze rapporten pretenderen echter onafhankelijk te zijn, en zijn vaak gebaseerd op beperkte, zelf gerapporteerde bedrijfsgegevens, die niet onafhankelijk zijn geverifieerd.
Voorstanders gebruiken met name naar recente rapporten van Sylvera(opens in new window) , Trove Research(opens in new window) (nu MSCI) en Ecosystem Marketplace(opens in new window) om te ‘bewijzen’ dat bedrijven die CO2-kredieten kopen sneller CO2-vrij worden dan bedrijven die dat niet doen. Dit verband is op zijn minst twijfelachtig. Als er al sprake is van correlatie, vertaalt dat zich niet automatisch in een causaal verband (‘het kopen van CO2-kredieten leidt ertoe dat een bedrijf zijn uitstoot vermindert’). Correlatie en causaliteit zijn geen synoniemen.
Een blik op de rapporten levert nog een aantal andere overwegingen op. Ten eerste gaat geen van de rapporten in op hoe bedrijven hun zelfgerapporteerde emissiereducties hebben bereikt. Zoals Carbon Market Watch opmerkt(opens in new window) : “Bedrijven die CO2-kredieten kopen zouden bedrijven kunnen zijn die waarschijnlijk al andere soorten milieucertificaten kopen, zoals Renewable Energy Certificates (REC’s).” De boekhoudregels voor bedrijfsemissies staan toe dat REC-certificaten(opens in new window) worden meegeteld als gelijkwaardig aan de aankoop van CO2-vrije elektriciteit; daarom kan de aankoop van REC’s lijken op een afname van de ‘interne’ emissies. Dus, zoals Carbon Market Watch concludeert, “zouden meer marktbewuste bedrijven eerder geneigd zijn om CO2-kredieten te kopen en zogenaamd ‘lagere’ emissies te rapporteren als gevolg van de aankoop van REC’s”.
Ten tweede vermeldt geen van de rapporten de relatie tussen het kopen van kredieten en de absolute afname van de scope 3-emissies. Toch is dit duidelijk een belangrijke maatstaf, omdat bedrijven op papier snel lijken te ‘decarboniseren’ ondanks dat hun uitstoot, inclusief scope 3, feitelijk stijgt. Scope 3-emissies vormen vaak het grootste deel van de CO2-voetafdruk van een bedrijf.
Hieronder bespreken we andere vragen en zorgen die deze rapporten oproepen.
Ecosystems Marketplace
De Ecosystems Marketplace(opens in new window) -analyse gebruikt gegevens van bedrijven die in 2022 zelf hebben gerapporteerd aan het Climate Disclosure Program (CDP), voornamelijk over activiteiten in 2021. Het geeft een overzicht van de topkopers van koolstofkredieten op basis van wat bedrijven hebben gemeld aan het CDP. Binnen deze lijst zijn grote fossiele brandstoffen-, luchtvaart- en automobielbedrijven prominent aanwezig, evenals andere grote vervuilers. Veel van deze bedrijven zijn verre van klimaatleiders. De top drie inkopers in de lijst, bijvoorbeeld Delta Air Lines(opens in new window) , TotalEnergies(opens in new window) en Shell(opens in new window) , zijn allemaal door activisten voor de rechter gedaagd wegens tekortkomingen op klimaatgebied.
De top 25 kopers die in het rapport van Ecosystem Marketplace worden genoemd vertegenwoordigen 72% van de kredieten die in 2021 worden gekocht. Uit een onderzoek(opens in new window) van de emissiegegevens van deze bedrijven voor 2020 en 2021 bleek dat hun emissies gemiddeld stegen. Als het beeld voor de top 25 kopers niet consistent is met de algemene boodschap van het rapport, dan roept dit op zijn minst vragen op over de analyse.
Zoals hierboven opgemerkt, houdt Ecosystem Marketplace geen rekening met de manier waarop bedrijven hun zelfgerapporteerde emissiereducties hebben bereikt. Neem Shell, dat volgens het Ecosystem Marketplace-rapport consequent een grote gebruiker en de op twee na grootste koper van CO2-kredieten is. Het bedrijf heeft zijn gerapporteerde emissies verminderd door acties zoals het afstoten van bedrijfsmiddelen, waaronder olievelden en raffinaderijen, aan andere bedrijven. In dergelijke gevallen is er geen sprake van emissiereductie – de emissies worden alleen maar overgedragen(opens in new window) . In verschillende gevallen stijgt de uitstoot omdat Shell activa heeft verkocht aan bedrijven met weinig of geen klimaatverplichtingen. Dit is een van de grootste problemen als je je alleen richt op beperkte en zelfgerapporteerde emissiegegevens.
Een ander probleem met de gegevens van Ecosystem Marketplace is dat ze slechts één jaar beslaan. De zwakte van een dergelijke aanpak is het best te zien bij Delta Air Lines, het bedrijf dat in het rapport wordt genoemd als de grootste koper van CO2-kredieten in 2021. Delta’s referentiejaar voor haar emissiereductieverplichtingen was 2019. In 2020 en 2021 had de COVID-19-pandemie invloed op het vliegverkeer. In 2021 kocht Delta 27 miljoen ton CO2-credits om het grootste deel van haar emissies te compenseren. In 2023 rapporteerde Delta echter een toename van haar Scope 1-emissies(opens in new window) , die bijna weer terug waren op het niveau van referentiejaar 2019, vóór de pandemie. Het Ecosystem Marketplace-rapport maakt geen melding van COVID-19 als een mogelijke factor in de emissiereducties van het bedrijf in de periode waarop het rapport betrekking heeft.
Sylvera Carbon
Het rapport van Sylvera Carbon(opens in new window) uit 2023 is ook gebaseerd op zelfgerapporteerde, niet-geverifieerde CDP-gegevens van bedrijven. Bovendien zijn er methodologische problemen. Sylvera heeft 102 bedrijven geselecteerd, 51 gebruikers van CO2-kredieten en 51 niet-gebruikers, zonder duidelijke informatie te geven over de steekproef of hoe deze bedrijven zijn geselecteerd. Het rapport geeft weinig details over de analyse van de gegevens en is onvoldoende om Sylvera’s conclusie te staven dat het gebruik van “CO2-kredieten bedrijven er niet van weerhoudt zinvolle klimaatactie te ondernemen”.
Hoewel Sylvera’s analyse negen jaar (2013-2021) CDP-gegevens beslaat, maakt het feit dat het bedrijf slechts 102 bedrijven heeft geselecteerd, waarvan de namen niet worden genoemd in het rapport, het onmogelijk om de conclusies te onderzoeken.
Ondanks het feit dat Sylvera niet duidelijk maakt welke bedrijven het opneemt in zijn selectieve analyse, krijgen de bedrijven het predicaat “snelst decarboniserende bedrijven ter wereld”, een bewering die Sylvera niet onderbouwt. Een van de vier ‘snelst decarboniserende bedrijven’ die Sylvera noemt als ‘klimaatkoploper’ is autofabrikant Audi. Zoals Carbon Market Watch opmerkt: “Helaas rapporteert Audi niet zijn scope 3-emissies, die doorgaans het grootste deel van de CO2-voetafdruk van autofabrikanten vertegenwoordigen. Het bedrijf heeft een aanzienlijke groei doorgemaakt in het aantal auto’s dat is geproduceerd in de periode die door Sylvera is geanalyseerd… wat suggereert dat deze indirecte emissies waarschijnlijk niet zijn gedaald en waarschijnlijk zijn gestegen.” Volkswagen, het moederbedrijf van Audi, heeft zijn Scope 3-emissies zien stijgen van 321 miljoen(opens in new window) ton in 2013 naar 413 miljoen(opens in new window) in 2023.
Sylvera is het enige bedrijf dat in zijn rapport verwijst naar de COVID-19-pandemie en stelt: “Industrieën nemen afscheid van fossiele bdandstoffen in verschillend tempo. De financiële dienstverlening heeft de hoogste emissiereducties bereikt. De luchtvaartsector stootte ook minder uit, wat hoogstwaarschijnlijk is toe te schrijven aan de effecten van de COVID-19-pandemie”: “hoewel de mate waarin bedrijven fossiel achter zich laten ertoe doet, moeten we kijken naar de algehele omstandigheden van een bedrijf, waaronder de sector, uitgangspunten voor emissies, emissies in verhouding tot inkomsten, en meer.”
MSCI
In een rapport van MSCI uit 2024(opens in new window) werd het bovengenoemde Trove-rapport uit 2023 bijgewerkt. Hoewel dit rapport tot vergelijkbare conclusies kwam, nam het ook een voorbehoud op: “Om de bedrijfsprestaties op het gebied van klimaat te begrijpen, blijft het daarom belangrijk om de prestaties van elk individueel bedrijf te bekijken aan de hand van meerdere criteria”.
Het MSCI-onderzoek merkt op dat 22% van de CO2-kredietaankopen afkomstig is uit de energiesector. De basispremisse van de analyse in het rapport gaat niet op voor bedrijven in deze sector, die -1,7% verandering laten zien voor gebruikers van CO2-kredieten en -1,3% voor niet-gebruikers, een verschil van slechts 0,4 procentpunt. Dit is belangrijk omdat energiebedrijven tot de grootste uitstoters behoren. Verder laat het rapport geen significante vermindering zien in specifieke Scope 3-emissiecategorieën onder gebruikers van CO2-kredieten, behalve voor zakenreizen, een relatief kleine component van de totale uitstoot.
Hoewel zowel het Trove-rapport voor 2023 als het MSCI-rapport voor 2024 gegevens gebruiken voor 2017 – 2022 (het rapport voor 2024 bevat geen gegevens voor 2023), houdt geen van beide rapporten rekening met de impact van de COVID-19-pandemie. Voor veel bedrijven waren er in 2021 ernstige beperkingen en was 2022 nog een hersteljaar van de pandemie. Daar zitten waarschijnlijk gevolgen aan vast voor de uitstoot, met name in sommige sectoren.
MSCI concludeert dat “bestaande gegevens onvoldoende zijn om causaliteit vast te stellen – is de kans groter dat klimaatleiders CO2-kredieten gebruiken of is de kans groter dat gebruikers van CO2-kredieten klimaatleiders worden?”. De aanname dat gebruikers van CO2-kredieten klimaatleiders zijn, wordt in het rapport niet gerechtvaardigd. De gegevens tonen geen causaliteit aan en ondersteunen ook niet de aanname over leiderschap.
Wat de opmerking van MSCI doet is de taal van Ecosystem Marketplace herhalen, dat beweert “dat kopers van vrijwillige kredieten al klimaatleiders zijn”, en Sylvera, dat verwijst naar “koplopers in het verlaten van het fossiele pad”. Het verhaal dat in alle rapporten wordt herhaald is problematisch, vooral omdat zowel Sylvera als MSCI toegeven dat hun analyse onvoldoende is om de prestaties van een bedrijf echt te begrijpen.
De beperkingen van deze rapporten onderstrepen de voorzichtigheid waarmee een dergelijke analyse moet worden genomen. De rapporten zijn sterk gericht op taalgebruik dat het gebruik van kredieten promoot, waarbij in sommige gevallen de suggestie wordt gewekt dat het gebruik van kredieten een drijvende kracht is achter andere acties, een bewering die geen van de rapporten kan staven.
Onafhankelijke rapportage?
Entiteiten die banden hebben met de CO2-compensatie-industrie hebben verschillende rapporten geproduceerd waarnaar door voorstanders van de industrie het vaakst wordt verwezen. Ecosystems Marketplace is eigendom van Forest Trends, waarvan het bestuur(opens in new window) bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende vermogensbeheerders en een groep uit de bosbouwsector. MSCI, dat in november 2023 Trove Research overnam, biedt financieel advies en diensten voor onder andere CO2-gerelateerde investeringen. En Sylvera is een aanbieder van CO2-gegevens die organisaties helpt te investeren in CO2-compensatieprojecten. Als actoren binnen het CO2-compensatiesysteem kunnen zij niet beweren onpartijdig te zijn.
In een notendop
Het promoten van verhalen over de goede prestaties en het ‘leiderschap’ van gebruikers van CO2-kredieten op het gebied van klimaatactie is op zijn minst misleidend. Deze beweringen zijn gebaseerd op zelfgerapporteerde, niet-geverifieerde gegevens of samengesteld door entiteiten die commerciële belangen in deze industrie bezitten of vertegenwoordigen. De rapporten roepen meer vragen op dan ze beantwoorden. Toch proberen ze een verhaal te promoten om een industrie te redden die er op alle vlakken niet in slaagt om de klimaatcrisis aan te pakken.
Wat is het alternatief? Lees meer over hoe je buiten de ‘compensatiebox’ kunt denken aan het einde van deze serie.
Meer uit de blogserie
-
Een korte geschiedenis van kolonialisme, klimaatverandering en CO2-marktenGeplaatst in categorie:Lang lezenJoanna CabelloGepubliceerd op:
-
Het opschalen van CO2-markten betekent het opschalen van uitstoot en misbruikGeplaatst in categorie:Lang lezenJoanna CabelloGepubliceerd op:
-
Geen CO2-compensatie, maar wat dan wel?Geplaatst in categorie:Lang lezenJoanna CabelloGepubliceerd op:
Meer informatie?
-
Audrey Gaughran
Executive Director -
Joanna Cabello
Senior Onderzoeker