Het opschalen van CO2-markten betekent het opschalen van uitstoot en misbruik
Mythe: “CO2-compensatie moet worden opgeschaald om echt effect te hebben”
SOMO’s serie ‘De ontmaskering van CO2-compensaties‘ ontmaskert acht mythes die door de compensatie-industrie worden gepromoot.
Voorstanders van de CO2-markt beweren:
Voorstanders van de industrie erkennen dat de wereldwijde uitstoot blijft toenemen en dat CO2-compensatie hier geen significante invloed op heeft gehad. Maar de industrie beweert dat het slechts een kwestie is van het opschalen van CO2-compensatie om echt effect te hebben. We hebben meer compensatie nodig, niet minder, zeggen ze. Het uitbreiden van bestaande benaderingen en nieuwe technologieën zal een veel grotere CO2-compensatie mogelijk maken.
Reality check:
CO2-compensatie is niet effectief
CO2-compensatie is, zoals de industrie toegeeft, de afgelopen twintig jaar niet effectief geweest in het tegengaan van klimaatverandering. Tussen 2004 en 2022 is er volgens registergegevens(opens in new window) voor 1,5 miljard ton aan CO2-kredieten op de vrijwillige CO2-markt gezet door vier van de grootste registers , waarvan 864 miljoen ton officieel is afgeboekt. Ter vergelijking: Shell, een grote koper(opens in new window) van CO2-kredieten, was in dezelfde periode verantwoordelijk voor de uitstoot van 10,7 miljard(opens in new window) ton CO2e in de atmosfeer. De uitstoot van Shell is echt; een aanzienlijk deel van de CO2-kredieten is dat niet.
Zelfs als de CO2-markt volgens het meest optimistische scenario zou groeien, zou dat neerkomen op een zeer theoretische 1,5 miljard(opens in new window) ton CO2-compensatie per jaar in 2030. In 2022 werd bekend dat grote Amerikaanse bedrijven de uitbreiding van 22 nieuwe olie- en gasprojecten planden die samen al 140 miljard ton(opens in new window) CO2 zouden uitstoten. Wereldwijd plannen grote bedrijven in totaal 195 nieuwe olie- en gasprojecten die samen naar schatting 646 miljard ton(opens in new window) CO2 zouden kunnen uitstoten.
CO2-compensatie kan, zelfs bij opschaling, niet eens een fractie van de uitstoot aanpakken afkomstig van de voortgaande winning en verbranding van fossiele brandstoffen. Voorstanders beweren dat dit niet nodig is, omdat ze compensatie alleen gebruiken om hun moeilijk te verminderen uitstoot aan te pakken. Zo’n bewering is moeilijk te geloven als die gedaan wordt door bedrijven die blijven zoeken naar olie en gas. Waar het op neerkomt is dat compensatie de opeenhoping van broeikasgassen in de atmosfeer, die het gevolg is van het verbranden van fossiele brandstoffen, niet stopt. Er zijn echter nog andere serieuze problemen met ‘opschaling’.
Er is bij lange na niet genoeg land om CO2-compensatie op te schalen
Op dit moment bestaat de compensatie-industrie voornamelijk uit projecten op land. Opschaling zou betekenen dat er meer land wordt gebruikt voor compensatieprojecten. Oxfam(opens in new window) heeft berekend dat voor “land- intensieve ‘net zero’-regelingen een gebied ter grootte van alle landbouwgrond op aarde nodig is voor de aanplant van bomen”. Het is duidelijk dat dit onwerkbaar is, maar schaalvergroting zal ernstige negatieve gevolgen hebben voor de voedselproductie en de bestaanszekerheid van miljoenen mensen.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) heeft soortgelijke zorgen geuit. In zijn rapport van 2019 over klimaatverandering en land concludeert(opens in new window) het wereldwijde wetenschappelijke orgaan dat: “grootschalige bebossing kan leiden tot stijgingen van de voedselprijzen met 80% tegen 2050, en meer algemene beperkende maatregelen in de [landbouw, bosbouw en ander landgebruik] sector kunnen zich vertalen in een toename van de ondervoeding van 80-300 miljoen mensen.”
Honger is slechts een van de risico’s van het opschalen van compensatie. In het Land Gap Report (opens in new window) – opgesteld door een groep van 20 wetenschappers uit vijf continenten – wordt opgemerkt dat “de overgrote meerderheid van land en bossen waarop nationale en internationale toezeggingen voor de beperking van klimaatverandering en bosherstel betrekking hebben, niet opgeëist of ongebruikt zijn. Ze vormen de gewoontegronden en gebieden van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen.” CO2-compensatieprojecten worden al bekritiseerd vanwege hun schadelijke gevolgen voor bossen, traditionele en inheemse gemeenschappen. Opschaling van compensatieprojecten kan de situatie alleen maar verergeren.
De uitbreiding van onrechtvaardigheid, onteigening, honger en mensenrechtenschendingen die onvermijdelijk het gevolg zijn van het opschroeven van CO2-compensatie op land, moet worden gezien in het licht van het aanzienlijke bewijs dat compensatie geen effectief middel kan zijn om uitstoot te verminderen, te verwijderen of te vermijden. Uitbreiding van CO2-compensatie zal de uitstoot wereldwijd doen toenemen. Het voedt de illusie dat bedrijven hun emissies verminderen door compensatiekredieten te kopen, terwijl ze in de praktijk emissies in de atmosfeer kunnen blijven uitstoten en structurele veranderingen kunnen vermijden.
Opnieuw uitvinden om uit te breiden: op technologie gebaseerde compensatie is een gevaarlijke afleiding
In het zeldzame geval dat sommige van deze problemen worden toegegeven door de industrie en ondersteunende overheden, dan is het antwoord om het aanbod van compensatieprojecten en -technologieën uit te breiden. Daar spelen meerdere problemen.
Momenteel gaat er veel aandacht uit naar technologieën voor het verwijderen van CO2 (CDR), waarvan het afvangen en opslaan van CO2 (CCS) de meest prominente is. Dit verwijst naar de praktijk van het afvangen van CO2-uitstoot uit industriële installaties en het vervolgens transporteren en opslaan ervan diep onder de grond. CCS heeft echter decennialang(opens in new window) niet kunnen(opens in new window) aantonen dat het effectief is(opens in new window) . Het vormt ook een bedreiging voor de volksgezondheid op plaatsen waar het wordt toegepast, vanwege de zware vervuiling(opens in new window) van waterbronnen bij lekkages. Desondanks zijn regeringen overgehaald om de industrie miljarden aan subsidies(opens in new window) te geven. ‘Direct Air Capture and Carbon Storage’ (DACCS) een ander voorstel dat de aandacht trekt om fossiele emissies te compenseren. Het is echter hoogst onwaarschijnlijk dat het afvangen van CO2 uit de lucht tegen 2050 op grote schaal mogelijk zal zijn. Het is gewoon te duur(opens in new window) , riskant en energie-intensief(opens in new window) .
Er zijn ook andere voorstellen opgedoken, waaronder ‘Bioenergy with Carbon Capture and Storage’ (BECCS), dat gebaseerd is op het idee dat uistoot die vrijkomt bij de verbranding van biomassa voor energie kan worden opgeslagen en opgesloten onder de grond. BECCS vereist(opens in new window) echter ook grote hoeveelheden land(opens in new window) , waardoor dezelfde problemen spelen als andere op land gebaseerde compensatieprogramma’s. Bovendien is het gebaseerd op de onjuiste aanname(opens in new window) dat biomassa ‘CO2-neutraal’ is, waarbij geen rekening wordt gehouden met alle emissies die gepaard gaan met veranderingen in landgebruik (zoals ontbossing(opens in new window) ) en het transport van deze biomassa.
Sommige wetenschappers en zelfs insiders uit de industrie delen de bezorgdheid over deze benaderingen. Klimaatonderzoekers die betrokken zijn bij het IPCC hebben bijvoorbeeld geschreven(opens in new window) dat “wetenschappers zich privé zeer sceptisch uitlaten over het Akkoord van Parijs, BECCS, compensatie, geoengineering en net zero”. David T. Ho, een professor en een beoordelaar voor de $100-million XPRIZE Carbon Removal competition, heeft verklaard(opens in new window) dat “verwijdering van CO2 geen huidige klimaatoplossing is” en dat “we erop voorbereid moeten zijn dat CDR [verwijdering van CO2] een mislukking wordt”.
Desondanks weerspiegelen de aandacht voor compensatie en de financiering ervan (veel programma’s worden zwaar gesubsidieerd door rijke landen) de mate waarin een bekrompen economisch en bedrijfsmatig verhaal de echte antwoorden op de klimaatcrisis heeft verlamd. De focus ligt op het vinden van manieren om het huidige economische systeem in stand te houden en de risico’s van klimaatverandering voor dat systeem te beheersen. De voorgestelde ‘oplossingen’ omvatten een onrealistisch geloof in technologische oplossingen, het grijpen van de controle over grote stukken land en het opzetten van nieuwe bedrijven om de bestaande bedrijven te helpen bij het blijven uitstoten van broeikasgassen.
Het opschalen van falende systemen of blindelings hopen dat de volgende “oplossing” zal werken, kan niet de strategie zijn. Verplichte en echte emissiereducties, inclusief het uitfaseren van fossiele brandstoffen, is de enige echte oplossing.
Regulering van de CO2-compensatiemarkt als oplossing?
Binnen de VN-klimaatonderhandelingen (gekoppeld aan de onderhandelingen rond artikel 6 van het Akkoord van Parijs), maar ook op nationaal niveau in verschillende landen, is er steeds meer druk om gereguleerde kaders op te zetten voor de handel in CO2-kredieten. Dit zou een grote uitbreiding van compensatie mogelijk maken en bevorderen. De meeste van de belangrijkste tekortkomingen van de vrijwillige koolstofmarktsystemen worden echter herhaald. Het eerste gereguleerde internationale compensatieprogramma van de VN, het Clean Development Mechanism (CDM), is uitgebreid bekritiseerd omdat het zijn beloften niet waarmaakte. Er is structureel niets veranderd.
Tegelijkertijd profiteren ook verschillende sectorbrede programma’s, zoals CORSIA, voor de luchtvaartindustrie, van deze markten omdat het luchtvaartmaatschappijen met veel vervuiling in staat stelt hun uitstoot te compenseren. Bovendien zullen de discussies over de koppeling van artikel 6 van de Overeenkomst van Parijs met nationale(opens in new window) en sectorbrede regelingen(opens in new window) en met de vrijwillige CO2-markt(opens in new window) de bestaande problemen enorm vergroten en een reeks nieuwe problemen creëren, waaronder het risico dat credits worden verpakt, verkocht en doorverkocht.
Een kapot systeem opschalen
In de inleiding van deze serie hebben we de geschiedenis van de klimaatafbraak en de verbanden met kolonialisme en kapitalisme uiteengezet. We brachten belangrijke momenten in kaart waarop bedrijven hun politieke invloed op internationale klimaatonderhandelingen vergrootten. We begonnen met een samenvatting van het groeiende bewijsmateriaal dat aantoont dat de beweringen over de kwantiteit en kwaliteit van CO2-kredieten elke geloofwaardigheid ontberen en gebaseerd zijn op misleidende aannames. Vervolgens hebben we de denkfouten blootgelegd die ten grondslag liggen aan de concepten van CO2-compensatie en het beprijzen van CO2 en uitgelegd hoe deze denkfouten een systeem hebben gecreëerd waarin industrieën mogen ‘betalen om te vervuilen’ terwijl ze gewoon doorgaan op dezelfde weg – en daarbij winsten blijven boeken. Logisch gezien zou het debat hier moeten stoppen. CO2-compensatie werkt niet, en kan niet werken, als een manier om emissies op een zinvolle manier te verminderen of klimaatverandering tegen te gaan. Het is een gevaarlijke afleiding.
Maar de compensatie-industrie, bedrijven en regeringen van rijke landen, die wanhopig willen dat CO2-compensatie bestaat omdat de marktlogica ervan de voortzetting van ‘business-as-usual’ mogelijk maakt, hebben het systeem versierd met andere mythes. Zo hebben we de valse bewering dat CO2-compensatie bossen en biodiversiteit beschermt aan de kaak gesteld. We hebben laten zien dat compensatie niet alleen de belangrijkste oorzaken van ontbossing niet aanpakt, maar juist de actoren beschermt die de grootste verantwoordelijkheid dragen voor deze problemen, terwijl inheemse en traditionele gemeenschappen gezien worden als bedreiging voor bossen.
Vervolgens toonden we aan dat de beweringen van de industrie dat CO2-compensaties kapitaal naar het Zuiden verplaatsen en gemeenschappen ondersteunen, een verraderlijke realiteit verbergen. Het meeste geld dat met compensatie gemoeid is, circuleert onder bedrijven en andere private spelers in de industrie. Heel weinig ervan komt terecht bij gemeenschappen. Ondertussen worden zij geconfronteerd met ernstige mensenrechtenschendingen waaronder gedwongen uitzettingen, ontzegging van Free, Prior and Informed Consent (FPIC), verlies van bestaansmiddelen en een grotere onzekerheid en kwetsbaarheid omdat ze gedwongen worden afhankelijk te worden van volatiele CO2-markten. Je zou zeggen dat dit voldoende bewijs is om de compensatiezwendel een halt toe te roepen.
De industrie produceerde echter rapporten die beweren dat bedrijven die hun emissies compenseren sneller CO2-vrij worden en ‘klimaatleiders’ zijn. We hebben die rapporten onderzocht en de ernstige hiaten en zwakke punten blootgelegd in dergelijk door de industrie gesteund onderzoek, dat gebaseerd is op zelfgerapporteerde, niet-geverifieerde gegevens of samengesteld is door entiteiten die commerciële belangen in diezelfde industrie bezitten of vertegenwoordigen.
Waarom is CO2-compensatie, gezien het toenemende bewijs, nog steeds zo populair en waarom overwegen bedrijven en beleidsmakers om deze industrie op te schalen?
De waarheid over CO2-markten is dat ze helemaal niets te maken hebben met het aanpakken van klimaatverandering. Ze vertegenwoordigen een zakelijke kans met een groot klantenbestand en de producten die ze verkopen helpen hun multinationale kopers om hun winsten en aandeelhouderswaarde te blijven maximaliseren. Bij het nastreven van deze doelen hebben bedrijven altijd het Zuiden en kwetsbare gemeenschappen wereldwijd uitgebuit, beleidsmakers onder druk gezet om hen niet te reguleren en het publiek voorgelogen. Het zou ons niet moeten verbazen dat hetzelfde draaiboek weer wordt gebruikt.
In een notendop
Het opschalen van CO2-compensatie zal leiden tot het opschalen van emissies, onrechtvaardigheid, onteigening, mensenrechtenschendingen en, voor sommigen, bedrijfswinsten. Er is geen enkel klimaatargument voor. Alleen een smal, economisch eigenbelang van een kleine minderheid van zeer rijke en zeer machtige actoren. Dezelfde actoren die de klimaatcrisis veroorzaken.
Wat is het alternatief? Lees meer over hoe je buiten de ‘compensatiebox’ kunt denken aan het einde van deze serie.
Meer uit de blogserie
-
De CO2-compensatie-industrie staat bol van de belangenconflicten en is niet te reparerenGeplaatst in categorie:Lang lezenIlona HartliefGepubliceerd op:
-
Regulering om CO2-uitstoot te verminderen is de meest effectieve aanpak van klimaatveranderingGeplaatst in categorie:Lang lezenJoanna CabelloGepubliceerd op:
-
Een korte geschiedenis van kolonialisme, klimaatverandering en CO2-marktenGeplaatst in categorie:Lang lezenJoanna CabelloGepubliceerd op:
Meer informatie?
-
Joanna Cabello
Senior Onderzoeker -
Ilona Hartlief
Onderzoeker