Made by…wie?
Waar wordt onze kleding gemaakt? Hoe ziet het traject van katoenveld, tot garen tot kledingstuk eruit? Koopjesjagers én bedrijvenonderzoekers kunnen niet zien hoe het er werkelijk aan toe gaat in spinnerijen en kledingfabrieken. Want: die informatie is er niet. Zelfs westerse kledingmerken en -kledingwinkels, de opdrachtgevers dus, zeggen het niet te weten.
Deze column verscheen eerder op de website van Oneworld(opens in new window) en is geschreven door SOMO-onderzoeker Pauline Overeem. De column is ook vertaald naar het Engels.
Vorige week brachten Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en de Landelijke India Werkgroep (LIW) het onderzoeksrapport ‘Flawed fabrics‘ uit over de arbeidsomstandigheden bij vijf grote textielfabrieken in Zuid-India. Deze fabrieken maken garens en stoffen die verwerkt worden in kleding van bekende merken als H&M, C&A, Replay en Primark. Het rapport schetst een ontluisterend beeld: er is onder meer sprake van kinderarbeid, lange werkweken, geen contracten, valse beloften over bonussen, het verbod op contact tussen werknemers en vakbonden, en ook na werktijd mogen de jonge werkneemsters het fabrieksterrein niet verlaten. Feitelijk een vorm van moderne slavernij.
Verontruste consument
‘Flawed fabrics’ is uitgebreid in de media(opens in new window) gekomen. In reactie op de verhalen over dwangarbeid namen zo’n 20 verontruste consumenten contact op met SOMO en LIW. Na Rana Plaza(opens in new window) , waarbij 1138 kledingarbeiders onder het puin van een ingestort gebouw de dood vonden, is voor veel mensen “de maat vol”. Kleding gemaakt onder levensgevaarlijke omstandigheden of onder dwang is ook voor koopjesjagers niet acceptabel. Eén beller vertelde dat hij besloten had geen kleding uit Bangladesh meer aan te schaffen. Op zoek naar goedkope kinderkleren bij C&A ploos hij de labels na, maar tot zijn verbazing vond hij nauwelijks informatie over de herkomst van de broeken en bodywarmers die hij had uitgezocht. Wel vond hij een verwijzing naar Duitsland in de kleding. Maar dáár kan die kleding toch niet gemaakt zijn? Zeker niet voor deze prijs? Hoe zit dat nou eigenlijk?
Dit zijn terechte vragen. In Nederlandse kledingwinkels is inderdaad bijzonder weinig informatie te vinden over de herkomst van kledingstukken. Het ‘made in…’-etiketje zit vaker niét dan wél in een kledingstuk. Onlangs deed SOMO een kleine steekproef, maar in slechts enkele winkels werden we wat wijzer. De meeste kledingwinkels, waaronder C&A, Hema, V&D en Zeeman, blijken deze informatie niet te verstrekken. Op C&A-labels staat het adres van het C&A-kantoor in Duitsland vermeld.
Indiase zeehavens
Voor ‘Flawed fabrics’ verichtten SOMO en LIW uitgebreid speurwerk naar de arbeidsomstandigheden in vijf textielfabrieken en hun afnemers. Belangrijkste bron van informatie waren de werknemers van de spinnerijen zelf: 150 meisjes en vrouwen zijn geïnterviewd. De werknemers hebben geen idee voor welke merken zij werken. Hun getuigenissen vormen de basis van het rapport en zijn gecheckt met informatie uit allerlei andere bronnen. Dit zijn onder meer de websites van de vijf spinnerijen, bedrijfsinformatie van kledingmerken en exportdata van Indiase zeehavens van waaruit de kleding verscheept wordt.
Op de websites van textielfabrieken is informatie te vinden over afnemers en keurmerken. Helaas bleek veel van deze informatie niet te kloppen. Zo beweert Sulochana Cotton Spinning Mills(opens in new window) , een Worldwide Responsible Accredited Production (WRAP) certificering, te bezitten terwijl het bedrijf niet voorkomt op de lijst van gecertificeerde fabrieken van het dit onafhankelijke fabrieksinspectie-initiatief. Naar eigen zeggen behoort Sulochana Cotton Spinning Mills tot de top-drie van Indiase leveranciers van gemengde garens.
Bestudering van de exportdata van de Indiase zeehavens gaf inzicht in de buitenlandse importeurs van kleding, stoffen en garens uit Zuid-India. SOMO en LIW vonden Amerikaanse en Europese, maar ook kledingfabrieken in Bangladesh onder de afnemers. Ook grote banken blijken belangrijke relaties met de spinnerijen te hebben.
Goud, zilver, regular
Kledingmerken en winkelketen publiceren nog slechts mondjesmaat informatie over hun toeleveranciers. H&M is een uitzondering. Op de H&M supplier-lijst(opens in new window) staan duizenden productielocaties over de hele wereld waar het Zweedse bedrijf zaken mee doet. Naam van de fabriek, adres, en een indeling in goud, zilver of regular. Wat deze indeling behelst is niet duidelijk.
Naar aanleiding van de media-aandacht rondom Flawed fabrics heeft H&M gemeld de banden met Super Spinning Mills te verbreken
H&M heeft ook toeleveranciers dieper in de keten, waaronder de spinnerijen in India, in kaart gebracht, maar die informatie wordt niet openbaar gemaakt. Op basis waarvan H&M een spinnerij goedkeurt is niet duidelijk. Naar aanleiding van de media-aandacht rondom Flawed fabrics heeft H&M gemeld de banden met Super Spinning Mills te verbreken. Dat is niet waar SOMO en LIW voor gepleit hebben. In tegendeel. H&M zegt dat Super niet aan standaarden voldoet. Dat is ook de mening van SOMO en LIW, maar SOMO en LIW vinden dat H&M meer inzicht moet geven in hoe die beoordeling tot stand is gekomen en stellen juist dat H&M méér moeite moet doen om omstandigheden ter plekke te verbeteren.
Primark
Ook C&A en Primark zijn bezig geweest spinnerijen in hun keten in kaart te brengen, maar ook deze bedrijven laten nauwelijks iets los over hoe ze dat doen, welke omstandigheden ze aantreffen of wat ze doen om verbeteringen te realiseren.
C&A heeft enige tijd geleden aangekondigd(opens in new window) toeleveranciers bekend te gaan maken, maar het is niet duidelijk wanneer dat daadwerkelijk gaat gebeuren. Primark geeft geen openheid van zaken over toeleveranciers. Informatie over waar deze bedrijven kleding laten produceren, en in welke hoeveelheden, is nauwelijks te achterhalen.
Een groot deel van de bedrijven dat in het rapport van SOMO en LIW voorkomt reageert helemaal niet, waaronder HanesBrands en Replay. Het is daarom onmogelijk om te weten of deze bedrijven zich bewust zijn van de problemen in hun productieketens en wat zij doen om deze problemen aan te pakken.
Het is een eindeloos gepuzzel. Van echte ketentransparantie is geen sprake. Om misstanden in de textiel- en kledingindustrie aan te pakken is het allereerst noodzaak te weten welke bedrijven hierop aangesproken kunnen worden en welke inspanningen zij leveren om de situatie te verbeteren. Consumenten hebben recht op heldere informatie om bewuste keuzes te kunnen maken.
Partners
Gerelateerde content
-
-
-
‘Indiase textielfabriek van h&m en c&a buit werknemers uit’Geplaatst in categorie:NieuwsGepubliceerd op:
-
Een expertmeeting: Naar waardig werk in de Indiase textiel- en kledingindustrie en de rol van NederlandGeplaatst in categorie:NieuwsGepubliceerd op:
-
Groei textielindustrie India leidt niet tot beter lot textielarbeiderGeplaatst in categorie:NieuwsGepubliceerd op:
-
Indiase textielarbeidsters uitgebuit voor C&A en H&MGeplaatst in categorie:NieuwsGepubliceerd op:
-
-
-
-
Nederlandse media berichten over wantoestanden in Indiase textielsectorGeplaatst in categorie:NieuwsGepubliceerd op: