Klimaatakkoord: SOMO en partners roepen Tweede Kamer op om over de grenzen heen te kijken bij discussie over duurzame transitie

In juli 2018 werden de contouren van het Klimaatakkoord gepresenteerd door de Nederlandse overheid: een plan dat beschrijft hoe de Nederlandse publieke en private sector aan de doelstellingen van het ‘Akkoord van Parijs’ gaat bijdragen. SOMO, Both ENDS, en ActionAid waarderen de betrokkenheid van meer dan 300 partijen, uit alle sectoren van de samenleving, bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord. In een brief, gericht aan de Tweede Kamer, stellen deze partijen dat voorkomen moet worden dat de transitie die wij hier inzetten, schadelijke gevolgen heeft in het buitenland, en dat financiële publieke ondersteuning aan de fossiele sector afgebouwd moet worden.

Grondstoffen windmolens moeten duurzamer

Het Klimaatakkoord, zal de Nederlandse samenleving moeten transformeren en dat betekent dat iedere burger ermee te maken gaat krijgen. Daarom is het van belang dat de samenleving actief betrokken wordt in discussies rondom de duurzame transitie. In potentie gaat het dus om een transformatie van historische proporties!

Wat wij daarbij in het oog moeten houden is dat de afspraken die wij in Nederland maken ook gevolgen hebben elders in de wereld. SOMO, Both Ends en ActionAid vinden dat dit internationale perspectief meer aandacht verdient in het Klimaatakkoord. Daarom hebben wij een brief opgesteld voor het Algemeen Overleg (Energie en Klimaat) van de Tweede Kamer op 5 september. De brieft roept op om in de discussie over de duurzame transitie de volgende uitgangspunten te waarborgen:

Global mica mining and the impact on children’s rights

1. Milieu- en mensenrechten standaarden worden gewaarborgd in ketens van groene technologieën en duurzame energieopwekking. Denk aan de productie van duurzame middelen zoals windmolens die geen inbreuk mogen vormen op milieu- en mensenrechten.
2. Coherentie van beleid betekent dat het CO2 terugdringen gepaard gaat met een uitfasering van overheidssteun aan de fossiele industrie, ook internationaal.
3. Dat Nederlandse investeringen in energieprojecten in ontwikkelingslanden worden zorgvuldig getoetst op milieu- en mensenrechten standaarden.

Lees hier de volledige brief.