‘Onze’ duurzame transitie mag niet ten koste gaan van anderen
Eind vorig jaar discussieerden de leden van de Tweede Kamer over de transitie naar een duurzamer Nederland, en in het bijzonder over het Klimaatakkoord(opens in new window) . Dit akkoord beschrijft hoe Nederland gaat voldoen aan de klimaatdoelstellingen van Parijs. Ieder land dat de doelstellingen van Parijs onderschrijft en serieus neemt zal dit moeten vertalen naar een nationaal plan. Hierin schuilt een risico: een fixatie op de nationale context kan ervoor zorgen dat we geen oog hebben voor de mogelijke gevolgen van ‘onze’ duurzame transitie voor anderen. Wat schoon en groen voor ons lijkt, kan gebaseerd zijn op een grimmige realiteit elders in de wereld. Denk aan slechte arbeidsomstandigheden en ernstige milieuschade bij het mijnen van grondstoffen voor windmolens, oplaadbare batterijen en zonnepanelen.
Kobalt uit Congo: wiens welvaart?
Misstanden in ketens
We zijn al snel geneigd duurzaamheid te reduceren tot de zonnepanelen of windmolens die ervoor zullen zorgen dat de CO2-uitstoot met zoveel procent zal dalen. Het lijkt vooral te gaan om fossiele bronnen te vervangen voor bijvoorbeeld zon en wind. De technologie achter de windmolen, zonnepaneel of oplaadbare batterij leunt echter nog steeds op de fossiele industrie. De afgelopen jaren heeft SOMO regelmatig onderzoek gedaan naar de wijze waarop deze technologieën tot stand komen.
Voor de productie van lithiumbatterijen in elektrische auto’s (maar ook mobiele telefoons e.d.) is kobalt nodig, een grondstof die voor een belangrijk deel gewonnen wordt in de Democratische Republiek Congo; goed voor ruim veertig procent van de mondiale wereldproductie. De kobaltmijnen leggen beslag op grote stukken bos, landbouwgrond en watervoorraden. Hierdoor verliezen lokale gemeenschappen vaak hun toegang tot deze bronnen – zonder enige vorm van raadpleging of compensatie. Medewerkers van deze mijnen, inclusief kinderen, doen hun werk veelal in erbarmelijke omstandigheden. Vergelijkbare misstanden zien we ook terug bij de winning van grondstoffen die nodig zijn voor windmolens.
Shell zette Nigeria onder druk om lucratief olieveld te claimen
Onze duurzame transitie mag niet ten koste gaan van anderen. De Nederlandse overheid en het bedrijfsleven moeten bij de toepassing van ‘groene technologieën’ altijd rekening moeten houden met een aantal vragen:
- Onder welke omstandigheden wordt de windmolen of het zonnepaneel geproduceerd?
- Hoe worden daar grondstoffen voor gewonnen?
- En hoe gaan we met elkaar om in deze ketens?
De Nederlandse overheid, als regisseur van het Klimaatakkoord, kan om te beginnen deze vragen vertalen naar harde criteria voor tenders, subsidies en vergunningen voor ‘groene’ technologieën.
Tweede Kamer: kijk over eigen grenzen en belangen heen
SOMO, ActionAid Nederland en Both ENDS hebben recent een oproep gedaan aan de Tweede Kamer om over de eigen grenzen en belangen heen te kijken in de politieke discussies en plannen over de duurzame transitie. In een recent overleg in de Tweede Kamer refereerden de Partij van de Dieren en D66 naar dit onderwerp; maar dit werd volledig ondergesneeuwd door onderwerpen zoals haalbaarheidsanalyses en financiële doorberekeningen van de transitie. Ook belangrijk, maar we moeten voorkomen dat er een ‘groene industrie’ wordt opgetuigd die onverschillig staat ten opzichte van misstanden en die afbreuk doet aan sociale en ecologische rechtvaardigheid.
Partners
Related news
-
De verborgen schade van groene waterstof Gepubliceerd op:Ilona HartliefGeplaatst in categorie:PublicatieIlona Hartlief
-
ExxonMobil klaagt Nederland aan vanwege sluiten gasveld GroningenGeplaatst in categorie:NieuwsBart-Jaap VerbeekGepubliceerd op:
-
CO2-uitstoot basisindustrie Nederland nummer twee van EuropaGeplaatst in categorie:NieuwsRodrigo FernandezGepubliceerd op: