Referentiekader ontwikkeld voor eerlijke energie wereldwijd
Met zijn proefschrift QUALITY KILOWATTS? richt SOMO-onderzoeker Joseph Wilde-Ramsing zich op het verbeteren van de kwaliteit en de bijdrage aan een duurzame ontwikkeling van de elektriciteitsvoorziening in ontwikkelingslanden. Wilde-Ramsing ontwikkelde daarvoor een referentiekader, gebaseerd op internationale normen en standaarden, die bepaalt hoe duurzame energievoorziening eruit ziet.
Door middel van een normatief-empirische analyse toetste Wilde-Ramsing het beleid en de praktijk van vijf multinationale energiebedrijven aan het referentiekader. Hierop promoveerde hij op 8 mei jl. aan de Universiteit van Twente. Wat zijn de gevolgen van dit proefschrift voor de wereldwijde elektriciteitssector en wat is de wisselwerking tussen dit proefschrift en SOMO’s werk?
Ondanks de noodzaak van en de toegenomen belangstelling voor duurzame ontwikkeling in elektriciteitsvoorziening zijn duurzame en rechtvaardige energiesystemen schaars. Voorafgaand aan het proefschrift van Wilde-Ramsing bestonden er geen duidelijke en beknopt geformuleerde normatieve standaarden voor duurzame elektriciteitsvoorziening (DEV-standaarden). Bovendien was er relatief weinig empirische kennis beschikbaar over de mate waarin transnationale elektriciteitsbedrijven gebruik maken van internationale standaarden bij de ontwikkeling van DEV-beleid en de uitvoering daarvan in de ‘gastlanden’ in het Zuiden.
Doen wat je belooft
Het proefschrift QUALITY KILOWATTS?(opens in new window) (Nederlandse samenvatting, pagina 338-343) vergroot het inzicht in hoe transnationale elektriciteitsbedrijven internationale DEV-standaarden benaderen en implementeren. Daarvoor deed Wilde-Ramsing normatief-empirisch onderzoek naar het beleid van vijf transnationale elektriciteitsbedrijven met hun hoofdkantoren in de VS, Europa, Scandinavië, China en Zuid-Afrika, die actief zijn in landen in Latijns-Amerika, Afrika en Azië. De analyse toont aan dat de onderzochte transnationale elektriciteitsbedrijven in ‘gastlanden’ de DEV-standaarden grotendeels niet naleven en niet doen wat zij in hun eigen beleid beloven te doen.
Stevig analytisch raamwerk
Wilde-Ramsing: “Dit promotieonderzoek gaf mij de kans om veel dieper op dit onderwerp in te gaan; op theoretisch én op inhoudelijk niveau. Het versterkte het bouwen van een stevig analytisch raamwerk waar andere (SOMO-)onderzoeken en projecten voordeel van kunnen hebben. Bovendien versterkt het eerder uitgevoerd SOMO-onderzoek in de elektriciteitssector. De normatief-empirische analyse gebruikt in dit proefschrift is een methode die SOMO ook hanteert, maar dat in de toekomst nog veel explicieter kan doen. Ook in andere sectoren. Het promotieonderzoek legt een brede basis voor ‘corporate accountability’-kwesties in deze sector en geeft aan hoe overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties ervoor kunnen zorgen dat energievoorziening daadwerkelijk bijdraagt aan duurzame ontwikkeling. Tevens biedt het normatieve kader, ontwikkeld voor het onderzoek, een goede grondslag voor het ontwikkelen van een gedragscode voor de elektriciteitssector.”
Toespitsen op elektriciteitsvoorzieningen
Belangrijke bronnen dienden als input voor de ontwikkeling van het nieuwe referentiekader dat specifiek gericht is op de elektriciteitssector. Dit zijn door overheden geaccepteerde en ondertekende internationale richtlijnen, zoals de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. Ook de World Business Council for Sustainable Development, het door SOMO gehoste MVO Platform en de vakbondkoepel voor publieke diensten (PSI) leverden een belangrijke bijdrage aan het referentiekader. “Deze bronnen, de gebruikte methode en de transparantie in mijn proefschrift tonen de legitimiteit van dit onderzoek aan, waarin bovendien te lezen is welke lessen er te trekken zijn om normatieve en regelgevende kaders te verbeteren.”
Verbindingen leggen
Het was een continue wisselwerking tussen SOMO en Joseph Wilde-Ramsing bij de totstandkoming van het proefschrift, vertelt laatstgenoemde.
“De vijf casestudies uit het proefschrift resulteerde reeds in twee SOMO-rapporten (zie onderaan) met nog een rapport op komst. Voor SOMO opende dat nieuwe deuren en weten opdrachtgevers SOMO nog beter te vinden. We hebben een mooie verbinding kunnen leggen tussen actie-georiënteerd onderzoek en een grondig academisch raamwerk, waarmee we een verandering kunnen brengen richting wereldwijde duurzame en rechtvaardige energiesystemen”, besluit Wilde-Ramsing.
Lees meer:
- Down to the Wire: The Impact of Transnational Corporations on Sustainable Electricity Provision in Developing Countries – Case studies in Argentina and Peru
- Rapport SOMO: Quality Kilowatts: A normative-empirical approach to the challenge of defining and providing sustainable electricity in developing countries
Meer informatie nodig?
-
Joseph Wilde-Ramsing
Advocacy Director
Related news
-
ExxonMobil klaagt Nederland aan vanwege sluiten gasveld GroningenGeplaatst in categorie:NieuwsBart-Jaap VerbeekGepubliceerd op:
-
CO2-uitstoot basisindustrie Nederland nummer twee van EuropaGeplaatst in categorie:NieuwsRodrigo FernandezGepubliceerd op:
-
Roekeloos vertrek van Shell uit Nigerdelta Gepubliceerd op:Geplaatst in categorie:Publicatie