SOMO verwelkomt schikking tussen Britse landbouwmultinational en Kenianen
De zaak tegen landbouwmultinational Camellia wegens vermeende mensenrechtenschendingen bij een Keniaanse dochteronderneming heeft geresulteerd in een schikking tussen het Britse bedrijf en 85 eisers. De overeenkomst voor een bedrag van GBP 4,6 miljoen omvat betalingen aan de benadeelden en een bijdrage in hun juridische kosten, het opzetten van een onafhankelijk klachtenmechanisme, en investeringen in gemeenschapsprojecten. SOMO verwelkomt de schikking, maar zal nauwlettend in de gaten houden of en hoe de multinational zijn toezeggingen nakomt. Tenslotte betreurt SOMO dat Camellia niet publiekelijk heeft erkend dat de eisers schade hebben geleden en geen spijt heeft betuigd.
De zaak tegen landbouwbedrijf Kakuzi
De schikking volgt nadat de Kenianen in juni 2020 een rechtszaak tegen Camellia hadden aangespannen wegens vermeende mensenrechtenschendingen bij de Keniaanse dochteronderneming Kakuzi. De klacht is ingediend door mensen die op en naast de plantage van het bedrijf wonen, waaronder (voormalige) werknemers. Zij stellen dat beveiligers van het bedrijf zich schuldig hebben gemaakt aan moorden, verkrachtingen, aanvallen op de gemeenschappen en willekeurige arrestaties en detentie. De zaak kwam voor het Hooggerechtshof in Londen dankzij het Britse advocatenkantoor Leigh Day(opens in new window) , met steun van de Kenya Human Rights Commission(opens in new window) (KHRC), het Ndula Resource Center (NRC) en SOMO.
Mensenrechtenbeleid
Naast betalingen aan individuele eisers omvat de schikking concrete maatregelen om de relaties tussen het bedrijf, zijn werknemers en de nabijgelegen gemeenschappen te verbeteren. Daniel Leader, partner bij Leigh Day: “De schikking voorziet in individuele compensatie voor de eisers, die schade hebben geclaimd als slachtoffers van mensenrechtenschendingen, maar garandeert ook een substantieel pakket aan aanvullende maatregelen die de gemeenschappen rond de Kakuzi-plantage zullen helpen.”
Het bedrijf belooft beleid voor mensenrechtenverdedigers en een klachtenmechanisme in te voeren om eventuele toekomstige klachten over persoonlijk letsel of mensenrechtenschendingen waarbij Kakuzi betrokken is, voor te zijn of snel op te lossen. Het mechanisme zal worden opgezet overeenkomstig de VN-richtlijnen voor het bedrijfsleven en de mensenrechten, onder onafhankelijk toezicht. Het bedrijf heeft ook toegezegd om twee sociale centra te bouwen, op het terrein van Kakuzi overwegend vrouwelijk veiligheidspersoneel in dienst te nemen en drie nieuwe wegen aan te leggen om de toegang van mensen tot lokale voorzieningen te verbeteren.
Geen excuses
Lydia de Leeuw (onderzoeker bij SOMO): “Deze schikking is geweldig nieuws voor de mensen die het geweld van de bewakers van Kakuzi hebben moeten doorstaan. Ondanks de intimidatie waarmee ze te maken kregen nadat ze de rechtszaak hadden aangespannen, hebben de overlevenden volhard in hun streven naar gerechtigheid, en nu zullen ze eindelijk de schadevergoeding krijgen waar ze recht op hebben. Maar we moeten voorzichtig zijn met het prijzen van een grote multinational die nog steeds niet publiekelijk zijn excuses heeft aangeboden voor de aanvallen op de gemeenschappen.”
Mary Kambo (KHRC): “Een verontschuldiging is een geweldige manier om te laten zien dat het bedrijf spijt heeft van de schade die de gemeenschap heeft geleden en een toezegging dat de schendingen zich niet zullen herhalen. Het is zeer betreurenswaardig dat Camellia heeft nagelaten excuses aan te bieden.”
Het feit dat niet alle kwesties opgelost zijn met deze schikking vraagt volgens SOMO om blijvende aandacht voor de mensenrechtensituatie in Kakuzi. De Leeuw: “We zien dat het bedrijf weigert om de langdurige en historische onrechtvaardigheden op het gebied van land rondom zijn plantages aan te pakken. In plaats van samen met de gemeenschappen te zoeken naar een manier om verder te komen, blijft het bedrijf nationale processen voor gerechtigheid op het gebied van land dwarsbomen.”
Kambo: “Tot op heden weigert Kakuzi de openbare voorzieningen die zich op land van het bedrijf bevinden, waaronder basisvoorzieningen en openbare toegangswegen, af te staan, ondanks een uitspraak van de Keniaanse Nationale Landcommissie in februari 2019.”
Gezien het gedrag van Kakuzi in het verleden zullen SOMO, KHRC en NRC nauwlettend in de gaten houden of en hoe het bedrijf zijn toezeggingen nakomt. De Leeuw: “Het opzetten van een klachtenmechanisme en het beleid voor mensenrechtenverdedigers zijn belangrijke stappen naar verbetering. Maar we zullen moeten beoordelen hoe effectief dit uitpakt in de praktijk.”
Achtergrond
Camellia Plc is een groot landbouwbedrijf dat plantages over de hele wereld bezit, meer dan 78.000 mensen in dienst heeft en in 2019 een omzet van meer dan GBP 290 miljoen had. De Keniaanse dochteronderneming Kakuzi Plc exploiteert een uitgestrekte plantage in centraal Kenia en levert avocado’s, macadamianoten, ananassen en hout aan met name Britse supermarkten.
De Kakuzi-plantage is gevestigd op land dat werd verworven in het begin van de 20e eeuw, tijdens de kolonisatie van Kenia door Groot-Brittannië. De plantage omvat ook land dat tijdens de noodtoestand in Kenia (1952-1960) in beslag is genomen van lokale gemeenschappen en land dat is verkocht door Europese boeren die Kenia verlieten na de onafhankelijkheid in 1963. Veel gemeenschappen wonen op of naast land dat op naam staat van Kakuzi. Hun waterbronnen, paden, wegen en scholen liggen op het land van de plantage. Hun toegang tot basisvoorzieningen hangt af van de toegang tot wegen door het land van Kakuzi, dat door veiligheidspersoneel van het bedrijf wordt beschermd. De eisers zijn het slachtoffer geworden van mishandeling door deze bewakers.
De geweldsincidenten omvatten onder meer het volgende:
- Tien vrouwen werden verkracht door bewakers van Kakuzi, waaronder een tienermeisje dat werd verkracht nadat zij was betrapt op het verzamelen van brandhout op land van het bedrijf. Sommige van de slachtoffers werden zwanger en liepen HIV op.
- Een jonge man werd in mei 2018 doodgeslagen door de beveiligers van Kakuzi omdat hij avocado’s zou hebben gestolen.
- 34 mannen en vrouwen die betrokken waren bij een protest op 2 september 2014 werden gewelddadig aangevallen door bewakers van Kakuzi, onder meer met een houten knuppel.
- Bij tal van andere gelegenheden werden mannen en vrouwen geslagen, verwond of onrechtmatig vastgehouden door de beveiligers van Kakuzi. Eén man liep ernstige langdurige verwondingen op nadat hij door een bewaker tegen zijn hoofd was geschopt.
SOMO ondersteunt de lokale gemeenschappen sinds 2016, samen met de Kenya Human Rights Commission (KHRC) en Ndula Resource Center (NRC).
Meer informatie nodig?
-
Lydia de Leeuw
Onderzoeker
Partners
Gerelateerde content
-
-
Groot Keniaans agrobedrijf onder vuur voor mishandeling en verkrachtingGeplaatst in categorie:NieuwsLydia de LeeuwGepubliceerd op:
-
Bittere koffie Gepubliceerd op:Joseph Wilde-RamsingGeplaatst in categorie:PublicatieJoseph Wilde-Ramsing