Verhinderen, vertragen, verzwakken
De lobby van VNO-NCW tegen wetgeving voor maatschappelijk verantwoord ondernemen
Lange tijd was werkgeversorganisatie VNO-NCW fervent tegenstander van wetgeving die bedrijven verplicht om misstanden in hun productieketens tegen te gaan. Nu wetgeving onafwendbaar lijkt, probeert VNO-NCW samen met de Europese koepel BusinessEurope nieuwe regels juist te beperken en te Dat blijkt uit een analyse van de lobby-uitingen van VNO-NCW en BusinessEurope door SOMO.
Al jaren vragen maatschappelijke organisaties en vakbonden om de invoering van wetgeving voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, die bedrijven verantwoordelijk maakt voor het voorkomen en tegengaan van misstanden in hun productieketens. Vrijwillige initiatieven van bedrijven, zoals convenanten voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) of liefdadigheidsprojecten, blijken niet genoeg om structurele mensenrechtenschendingen en milieuschade in ketens, zoals uitbuiting, onderbetaling en ontbossing, te voorkomen. Na stapels kritische beleidsevaluaties en besloten in 2020 zowel het Nederlandse kabinet, het Europees Parlement en de Europese Commissie eindelijk om werk te maken van de invoering van wetgeving voor verantwoord ondernemen.
Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen(opens in new window)
Zo ligt in Nederland momenteel het initiatiefwetsvoorstel Verantwoord en Duurzaam Internationaal Ondernemen(opens in new window) van de ChristenUnie, GroenLinks, PvdA en SP voor in de Tweede Kamer. De Europese Commissie brengt naar verwachting in juni een voorstel voor een EU-Richtlijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen uit. Het nieuwe zal een besluit nemen over de invoering van wetgeving voor verantwoord ondernemen in Nederland of Europa. Deze verplicht bedrijven om internationaal erkende standaarden voor maatschappelijk verantwoord ondernemen na te leven, zoals de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Dat betekent dat bedrijven de plicht krijgen om hun productieketens te onderzoeken op misstanden en actie moeten ondernemen om zulke misstanden te voorkomen en te beperken.
Om deze wetgeving zoveel mogelijk af te zwakken wordt door het bedrijfsleven hard gelobbyd. Hete hangijzers zijn onder meer of deze wetgeving voor alle bedrijven moet gelden en of bedrijven boetes en straffen moeten kunnen krijgen als er misstanden plaatsvinden. In Duitsland en was de bedrijfslobby al succesvol: zo werd vorig jaar een Zwitsers wetsvoorstel(opens in new window) na een zware tegencampagne vanuit bedrijvenorganisaties nipt verworpen in een referendum. In plaats daarvan wordt nu een sterk afgezwakt tegenvoorstel ingevoerd. De Duitse(opens in new window) regering besloot in maart 2021 tot invoering van een flink verwaterd voorstel wetgeving voor verantwoord ondernemen, eveneens na een hevige vanuit het bedrijfsleven.
Deze analyse laat zien hoe VNO-NCW in Den Haag en Brussel een uitgekiende lobby voert om deze wetgeving zoveel mogelijk af te zwakken en tegen te houden.
Fervent tegenstander
VNO-NCW is jarenlang fervent tegenstander geweest van de invoering van IMVO-wetgeving. Naleving van de internationale normen voor verantwoord ondernemen vond de lobbyclub weliswaar belangrijk, maar bindende regels waren hiervoor absoluut niet het juiste middel. Het standpunt van VNO-NCW op haar was duidelijk: “Versnelling van duurzaam of maatschappelijk verantwoord ondernemen komt niet tot stand door wetgeving.” Volgens de bedrijvenorganisatie zouden misstanden beter voorkomen kunnen worden met vrijwillige convenanten en zou wetgeving zelfs ertoe leiden dat bedrijven niets meer doen aan verantwoord ondernemen in hun productieketens. Zo sprak VNO-NCW zich in 2017 in de Eerste Kamer niet alleen uit tegen de Wet Zorgplicht Kinderarbeid, maar ook tegen : “De weg van verplichtende wetgeving ondermijnt de IMVO-convenantenaanpak.” En eerder dat jaar in de : “Bedrijven denken daarom: ik ga me niet aan zo’n convenant vertillen als de wetgever toch met wetgeving komt. Zo simpel is het.”
Wet Zorgplicht Kinderarbeid (opens in new window)
In 2019 begint de Nederlandse politiek echter stappen te zetten om te komen tot de invoering van wetgeving, nadat langzaam het besef doordringt dat bedrijven zich niet laten leiden door vrijwillige regels. Zo wordt dat jaar de Wet Zorgplicht Kinderarbeid(opens in new window) aangenomen, een initiatiefwet van de PvdA die bedrijven verplicht te voorkomen dat zij goederen of diensten verkopen die met kinderarbeid zijn gemaakt. Daarnaast begint het ministerie van Buitenlandse Zaken aan een evaluatie van vrijwillige IMVO-samenwerkingsinitiatieven en een onderzoek naar de mogelijkheden(opens in new window) voor bredere IMVO-wetgeving.
VNO-NCW draait en roept om Europese wetgeving
Nu wetgeving onvermijdelijk lijkt verandert VNO-NCW van standpunt: na jarenlange weerstand zegt de bedrijvenorganisatie nu ineens te zijn van een verplichting tot verantwoord ondernemen, maar dan alléén op Europees niveau. Nationale wetgeving is volgens de werkgeversorganisatie geen optie, omdat dit Nederlandse bedrijven zou benadelen ten opzichte van buitenlandse concurrenten (het zogenoemde ‘gelijk speelveld’). “We hebben niets aan een lappendeken van verschillende eisen en regels in verschillende lidstaten. Dat creëert bovendien een ongelijk speelveld. Juist dezelfde wet- en regelgeving voor alle bedrijven in de EU vergroot de effectiviteit en de impact van beleid,” aldus . De werkgeversorganisatie houdt ook in de Sociaal-Economische Raad (SER), die in de zomer van 2020 in opdracht van het kabinet werkt aan een advies over de eventuele invoering van wetgeving.
Wat verklaart deze draai? Is VNO-NCW nu ineens wel heilig overtuigd van het belang van bindende MVO-wetgeving? De stroperige, langdurige Europese wetgevingsprocessen bieden veel mogelijkheden om nieuwe regels zo lang mogelijk uit te stellen en zoveel mogelijk af te zwakken. Pleiten voor Europese wetgeving door te wijzen op een ‘gelijk speelveld’ stelt VNO-NCW in staat om zich naar buiten toe constructief op te stellen en tegelijkertijd in Brussel te lobbyen voor zwakke regelgeving. Een beproefde strategie, die bijvoorbeeld ook te zien was in de lobby van het bedrijfsleven tegen de aanpak van klimaatverandering. Toen pleitte de Europese bedrijvenorganisatie BusinessEurope voor sterker klimaatbeleid, maar sprak het achter de schermen over vertragingstactieken en de inzet van het ‘level playing field’ argument om klimaatregels zoveel mogelijk te zwakken. Uit de analyse van de lobby-inzet van VNO-NCW en BusinessEurope door SOMO blijkt dat de werkgeverslobby zich ook nu wel degelijk verzet tegen ambitieuze MVO-regelgeving.
Een belangrijke partner voor VNO-NCW in haar Brusselse lobby is BusinessEurope, de Europese koepel van werkgeversorganisaties. werkt naar eigen zeggen “intensief” samen met BusinessEurope en zit ook ook in het bestuur van de Europese lobbyorganisatie. Hoewel BusinessEurope als uitgesproken tegenstander verder gaat dan VNO-NCW in haar standpunt over MVO-wetgeving, trekken de twee organisaties desalniettemin gezamenlijk op om te komen “tot een evenwichtig en efficiënt ontwerp [van Europese wetgeving] in de lijn van het van BusinessEurope.” Dat biedt VNO-NCW de mogelijkheid om handig mee te liften op de felle tegenlobby van BusinessEurope om voortgang op dit dossier zoveel mogelijk te vertragen en af te zwakken, terwijl ze zich tegelijkertijd naar buiten toe opstelt als constructieve voorstander van EU-wetgeving.
“Onwerkbaar, vaag en draconisch”
In april 2020 kondigt(opens in new window) EU-Commissaris voor Justitie Didier Reynders aan dat de Europese Commissie gaat werken aan een voorstel(opens in new window) voor de invoering van regels voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. De voorzitter van reageert op dit voorstel door zich duidelijk uit te spreken tégen Europese regelgeving voor verantwoord ondernemen.
EU-wetgeving zou juist slecht zijn voor de mensen die in de productieketens van Europese bedrijven werken, omdat de investeringen van bedrijven erdoor zouden afnemen. Ook hier komt het argument van het ‘gelijk speelveld’ weer op tafel: terwijl VNO-NCW tegen nationale wetgeving pleit vanwege het gelijk speelveld in Europa, is op haar beurt tegen EU-regelgeving omdat dat Europese bedrijven zou benadelen ten opzichte van bedrijven buiten de EU. In plaats van wetgeving zou de EU bedrijven moeten aanmoedigen en ondersteunen met vrijwillige samenwerkingsinitiatieven, aldus de Europese lobbyclub van het bedrijfsleven. In oktober 2020 houdt de directeur-generaal van BusinessEurope, Markus Beyrer, een pleidooi tegen wetgeving in een gesprek met en daaropvolgende brief aan de EU-Commissaris. BusinessEurope bespreekt hun standpunten in het najaar van 2020 ook met de staf van commissaris Reynders. In februari 2021 spreekt zich opnieuw uit tegen bindende EU-regels in de consultatie die Commissaris Reynders heeft uitgezet om input te verzamelen voor mogelijke EU-wetgeving. Volgens doen bedrijven al van alles om schendingen in ketens te voorkomen.
Daarnaast lobbyt VNO-NCW ook zelf in Europa. In februari 2021 schrijft aan de ChristenUnie, GroenLinks, PvdA en SP dat hun wetsvoorstel Verantwoord en Duurzaam Internationaal Ondernemen in Nederland absoluut niet nodig is, omdat er Europees al aan wordt gewerkt: “ons inziens zit er behoorlijk vaart achter dit traject. Zo heeft Eurocommissaris Reynders een voorstel voor het tweede kwartaal van dit jaar aangekondigd. En liggen er inmiddels in het Europese Parlement aanbevelingen van EP-rapporteur mevrouw Lara Wolters.” Dit verslag-Wolters(opens in new window) bevat een uitgebreide aanbeveling voor het invoeren(opens in new window) van een EU-Richtlijn die bedrijven verplicht om misstanden in ketens te voorkomen en aan te pakken. BusinessEurope is fel tegen de voorstellen in dit verslag en vraagt het Europees Parlement om geen “voorbarige conclusies” te trekken en de stemmingen over datzelfde verslag-Wolters uit te stellen.
Terwijl VNO-NCW de Tweede Kamer wijst op de “vaart achter dit traject”, trekt het in Brussel hard aan de rem. In een noemt VNO-NCW het verslag van Wolters “volstrekt onwerkbaar”. zou “onduidelijke definities”, “vage en open normen” en zelfs “draconische sancties” bevatten. De Brusselse van VNO-NCW spreekt deze boodschap ook uit op een digitale conferentie in maart 2021, namens werkgeversverenigingen in heel Europa. Begin 2021 bespreken ook de van VNO-NCW, Ingrid Thijssen, en haar Belgische en Luxemburgse collega’s hun “bezorgdheden” over wetgeving persoonlijk met Reynders.
Dat VNO-NCW niet zoveel vaart achter wetgeving wil zetten blijkt ook uit een om het “on hold” zetten (ofwel stilleggen) van het project ‘IMVO-maatregelen in perspectief’ van het ministerie van Buitenlandse Zaken vanwege de coronacrisis. Het ministerie van Buitenlandse Zaken blijft echter doorwerken aan het nieuwe IMVO-beleid.
Afzwakken
Als er dan tóch regelgeving moet komen, dan willen BusinessEurope en VNO-NCW die dus op allerlei manieren , onder het mom van “werkbaarheid”. Regelgeving zou bijvoorbeeld slechts moeten gaan om procesverplichting in plaats van een resultaatsverplichting. Milieuschade in productieketens die leidt tot schade aan het klimaat zou niet onder de wet mogen vallen. Bovendien zouden de regels alleen moeten gelden voor een zeer beperkte groep bedrijven: VNO-NCW om de reikwijdte te beperken tot de allergrootste bedrijven, met een minimumomvang van bijvoorbeeld 3.000 of zelfs 5.000 werknemers.
BusinessEurope gaat nog verder en dat de wettelijke verplichtingen voor bedrijven beperkt moeten worden tot de eerste schakel van de productieketen van het bedrijf (de zogeheten ‘tier one’). Een bedrijf zou dan niet de verantwoordelijkheid krijgen om zich dieper in ketens in te spannen om misstanden te voorkomen. Een opmerkelijk argument, omdat dit indruist tegen de OESO-richtlijnen die ook BusinessEurope en VNO-NCW zeggen te . De verwachten van bedrijven dat zij risico’s op mensenrechtenschendingen en milieuschade in hun hele keten in kaart brengen, juist omdat die zich meestal verderop in de keten voordoen. Ook hier verschilt de boodschap van VNO-NCW in Nederland met die van BusinessEurope in Brussel. In september 2020 VNO-NCW nog in met het SER-advies over wetgeving voor verantwoord ondernemen, dat juist het belang van een “zo breed en zo diep mogelijke toepassing van deze richtlijnen” en de ketenverantwoordelijkheid van bedrijven benadrukt.
Een lobby met resultaat
beleidsnota Van Voorlichten tot Verplichten(opens in new window)
De lobby van VNO-NCW en BusinessEurope is effectief. VNO-NCW onderhoudt nauwe banden met minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Kaag (D66), die in de zomer van 2020 een beslissing moet nemen over het van het kabinet over wetgeving voor verantwoord ondernemen. Werkgevers, vakbonden en kroonleden in de SER spreken zich in het Samen naar duurzame ketenimpact uit voor de invoering van IMVO-wetgeving, maar benadrukken dat het “aan de politiek is een afweging te maken” in de keuze tussen Europese of nationale wetgeving. Het kabinet, bij monde van minister Kaag, beslist in de in oktober 2020 gepubliceerde beleidsnota(opens in new window) Van Voorlichten tot Verplichten in lijn met het standpunt van VNO-NCW: spreekt zich nu weliswaar voor het eerst uit vóór wetgeving voor verantwoord ondernemen, maar heeft een “sterke voorkeur” voor Europese regelgeving. Hoewel het ministerie van Buitenlandse Zaken wel aan “bouwstenen” voor wetgeving blijft werken, zet het kabinet geen concrete stappen om nieuwe nationale wetgeving of de reeds aangenomen Wet Zorgplicht Kinderarbeid daadwerkelijk in te voeren.
Ook in de Tweede Kamer heeft VNO-NCW aanzienlijke op dit dossier. De VVD was jarenlang uitgesproken tegenstander van bindende regels voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en vroeg minister Kaag bijvoorbeeld of beleidsevaluaties konden worden uitgesteld. In de loop van 2020 verandert de partij net als VNO-NCW van standpunt: volgens VVD-Kamerlid Weverling is “IMVO-wet- en regelgeving van belang”, maar uitsluitend op Europees niveau. Wetgeving in Nederland werkt volgens hem “overduidelijk alleen maar contraproductief”. D66-Kamerlid Bouali hamert in hetzelfde in december op het risico dat er een “lappendeken” van nationale regelgeving zou kunnen ontstaan in Europa, precies de term die hanteert in onder meer een publicatie één dag voor het debat.
In het Europees Parlement dient Europarlementariër Liesje Schreinemacher (VVD/Renew Europe) verschillende amendementen in om de voorstellen voor een EU-Richtlijn voor verantwoord ondernemen in het rapport van Lara Wolters (PvdA/S&D) af te zwakken. Ook hier komen de van VNO-NCW en BusinessEurope duidelijk naar voren: Schreinemacher stelt voor om de verantwoordelijkheid van bedrijven te beperken tot de eerste schakel in de keten en daarom ook de definities die ontwikkeld zijn in het internationale normenkader voor verantwoord ondernemen aan te passen. Ook wil de de reikwijdte van regels beperken tot alleen grote bedrijven.
Lobbyen met twee gezichten
De strategie van VNO-NCW is duidelijk: lang wilde de bedrijvenorganisatie wetgeving voorkomen, en toen dat niet bleek te lukken, zette het in op door te pleiten voor Europese wetgeving. Deze draai lijkt een strategische keuze: het pleidooi voor wetgeving, maar dan alleen op Europees niveau klinkt constructief en zorgt ervoor dat het Nederlandse kabinet op nationaal niveau weinig stappen zet om tot wetgeving te komen. Ondertussen is de toon van VNO-NCW en BusinessEurope in Brussel heel anders en er juist op gericht om diezelfde wetgeving te verhinderen of sterk af te zwakken. Terwijl BusinessEurope zich duidelijk uitspreekt tegen wetgeving en bijvoorbeeld vraagt om uitstel van stemmingen, pleit VNO-NCW onder het mom van “werkbaarheid” voor het sterk afzwakken van toekomstige regelgeving. Deze lobby met twee gezichten laat zien dat er eigenlijk weinig veranderd is in de inzet van VNO-NCW: het bedrijfsleven moet zo min mogelijk in de weg worden gelegd; mensenrechten en het milieu komen op de tweede plaats. Van de van VNO-NCW, Ondernemen voor Brede Welvaart(opens in new window) , lijkt op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen in ieder geval weinig terecht te komen.
In de komende maanden staan politici en beleidsmakers in Nederland en de EU voor belangrijke beslissingen over de invoering van wetgeving voor verantwoord ondernemen. De Tweede Kamer en het volgende kabinet zullen zich in de komende maanden buigen over eventuele invoering van wetgeving in Nederland; de Europese Commissie presenteert deze zomer het voorstel voor een EU-richtlijn. Dan zal blijken hoe effectief de tegenlobby van het bedrijfsleven ditmaal is geweest.
Over dit artikel
Voor dit artikel analyseerde SOMO publieke lobbyuitingen van VNO-NCW en BusinessEurope over wetgeving voor maatschappelijk verantwoord ondernemen tussen 2017 en 2021. In totaal gaat het om 24 brieven, publieke statements in de media, tijdens hoorzittingen in de Eerste en Tweede Kamer, berichten op de websites van VNO-NCW en BusinessEurope en andere publicaties. SOMO heeft een concept-versie van dit artikel voorgelegd aan VNO-NCW en BusinessEurope om eventuele feitelijke onjuistheden te corrigeren. VNO-NCW en BusinessEurope stuurden een uitgebreide reactie; waar relevant heeft SOMO aanpassingen gedaan aan het artikel. Kort voor publicatie van dit artikel heeft VNO-NCW het standpunt over MVO-wetgeving op haar website gewijzigd. Het oude standpunt is terug te vinden via archive.org(opens in new window) (28 februari 2021).
Meer informatie nodig?
-
Jasper van Teeffelen
Onderzoeker
Related news
-
-
De verborgen schade van groene waterstof Gepubliceerd op:Ilona HartliefGeplaatst in categorie:PublicatieIlona Hartlief
-
ExxonMobil klaagt Nederland aan vanwege sluiten gasveld GroningenGeplaatst in categorie:NieuwsBart-Jaap VerbeekGepubliceerd op: