Al-Haq

Violations Set in Stone

HeidelbergCement in de bezette Palestijnse gebieden

Publicatie

Maha Abdallah

4 februari 2020

De Palestijnen in de bezette gebieden worden al decennialang onderworpen aan Israëlisch bezettings- en kolonisatiebeleid dat hen berooft van hun basisrechten. Dit uit zich onder meer in de onwettige exploitatie van natuurlijke hulpbronnen in de bezette gebieden, wat gepaard gaat met een breed scala aan mensenrechtenschendingen en bijdraagt aan een verdere ondermijning van de Palestijnse economie door de bezettende macht en het bedrijfsleven.

Israëlische en multinationale ondernemingen die onder Israëlisch bestuur opereren in de bezette Palestijnse gebieden, zijn welbewust medeplichtig aan schendingen
van mensenrechten. Deze bedrijven profiteren van de reeds bestaande cultuur van straffeloosheid door de langdurige Israëlische bezetting en de gebrekkige toepassing en handhaving van het internationaal recht. Bedrijven die actief zijn in de bezette gebieden krijgen zo de ruimte om aansprakelijkheid te ontlopen en hun onwettige activiteiten ‘wit te wassen’, terwijl derde landen geen politieke wil tonen om hier iets aan te doen.

De Nahal Raba-steengroeve, die door de Duitse multinational HeidelbergCement via haar dochteronderneming Hanson Israel wordt geëxploiteerd, is een duidelijk
voorbeeld van medeplichtigheid van bedrijven aan ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht. Dit rapport documenteert de directe en indirecte
gevolgen van de grondstofwinning in de steengroeve in de afgelopen 13 jaar voor de naburige gemeenschappen en de Palestijnse bevolking als geheel.

Dit Engelstalige rapport is een publicatie van SOMO en de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq, in het kader van het Mind the Gap-project. Samenvattingen zijn beschikbaar in het Nederlands, Duits en Arabisch(opens in new window) .