Vragen en antwoorden over de klacht tegen POSCO en ABP

In samenwerking met een Indiase en een Koreaanse partner heeft Fair Green & Global, een alliantie van Nederlandse maatschappelijke organisaties, bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling een klacht ingediend over schendingen van de OESO-richtlijnen door het Zuid-Koreaanse mijnbouwbedrijf Pohang Steel Company (POSCO) in India.

In aanvulling op een nieuwsbericht over deze klacht, vindt u hieronder het antwoord op veelgestelde vragen.

Wat is er aan de hand?

POSCO India Pvt. Limited wil een ijzermijn, staalfabriek en eigen krachtcentrale bouwen in het Jagatsinghpur district in de oostelijke deelstaat Orissa in India. Het bedrijf verwacht naar schatting 600 miljoen ton ijzererts te produceren. Bovendien moet in de monding van de Jatadhari rivier een eigen haven van POSCO verrijzen. De geplande bouw leidt ertoe dat zo’n 22 duizend mensen, die in het bosrijke gebied generaties lang in hun levensonderhoud konden voorzien, ontheemd raken. Onder hen bevinden zich ook groepen die onder de Indiase Forest Rights Act bijzondere wettelijke bescherming hebben.

In 2005 heeft de regering van de deelstaat Orissa POSCO in een Memorandum of Understanding toegezegd grond te verwerven voor de bouwplannen. Het gaat daarbij om 4.000 hectare land.

Van wie zijn die 4.000 hectare land?

De deelstaatregering claimt dat de grond staatseigendom is. Zij beroept zich op de Land Acquisition Act van 1894. Deze had ten doel om de regering te vergemakkelijken particulier grondbezit te verwerven voor publieke doeleinden.

Daarbij dringt de vraag zich op of de regering kan voorbijgaan aan de rechten van bewoners die er al generaties lang leven. Met name als het gaat om zogenaamde Scheduled Tribes (ST) en Other Traditional Forest Dwellers (OTFD) die wettelijk worden beschermd onder de Forest Rights Act (FRA) van 2006. Volgens een volkstelling uit 2001 wonen er 3.350 huishoudens in het beoogde gebied, zo’n 22 duizend mensen. Schattingen geven aan dat zo’n 4.000 gezinnen de dupe worden van de bouwplannen. De meerderheid woont er generaties lang en is voor haar levensonderhoud afhankelijk van het land, de bossen en Jatadhari rivier.

Wie klaagt wie aan?

Het indien van een klacht tegen een bedrijf wordt in de terminologie van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen het “doen van een melding” genoemd. Meldingen van schending van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen kunnen worden ingediend bij Nationale Contactpunten (NCP). Meer informatie(opens in new window) over meldingen.

Een van de investeerders in POSCO is het Nederlandse pensioenfonds ABP, een andere het Noorse Government Pension Fund – Global (GPFG). In beide landen wordt bij het Nationale Contactpunt een melding ingediend. Aangezien het gaat om een volledige Indiase dochter van een Zuid-Koreaans bedrijf, wordt ook een melding ingediend bij het Koreaanse NCP.

Fair Green & Global doet de meldingen gezamenlijk met de National Alliance of People’s Movements (Lokshakti Abhiyan) in India en Korean Trans National Corporations Watch.

Wat houdt de “melding” in?

De melding luidt dat POSCO bij de projectvoorbereiding van de bouw van een ijzermijn, staalfabriek en nieuwe infrastructuur (eigen haven) niet in overeenstemming met de OESO-richtlijnen heeft gehandeld. POSCO heeft nagelaten mensenrechtenschendingen te veroordelen en geen minimumvoorwaarden gesteld die bijdragen aan bescherming van de mensenrechten in het gebied. Bovendien heeft POSCO onvoldoende onderzoek (impact assessments) gedaan naar de gevolgen die de uitbreidingsplannen hebben voor de rechten van de lokale bevolking en het milieu. Daarbij heeft ze de lokale bevolking onvoldoende geconsulteerd.

In hoeverre is het pensioenfonds ABP betrokken bij dit project?

ABP heeft aandelen ter waarde van 64 miljoen euro in POSCO. ABP zegt al sinds 2009 gesprekken te voeren met POSCO, waarin zij de staalproducent tot maatregelen zou hebben gemaand. Dit heeft echter nog weinig effect gehad.